Mijn eerste suggestie zou eigenlijk zijn: niet! De zon is een zó felle lichtbron dat deze eigenlijk niet te fotograferen is. We moeten op zoek gaan naar momenten dat het net te doen is of technieken waarmee het te doen is maar feit blijft dat de zon zelf een enorm lastig object is om goed belicht in de foto te krijgen. In deze tutorial geef ik je wat tips en aanknopingspunten om aan te denken.
Inhoudsopgave
Pas op!!
Laat ik beginnen met een stukje veiligheid want de zon is echt ontzettend fel. Om even een vergelijking te maken: om je werkplek goed te verlichten heb je ca. 500 lux nodig (lux is het aantal lumen per m2 waar het opvalt). De zon schijnt op het aardoppervlak op een zonovergoten dag met 100.000 lux. Zelfs tijdens een bewolkte dag geef de zon nog steeds 1000 lux.
Het grappige is dat tijdens een zonsverduistering altijd wordt gewaarschuwd niet direct naar de zon te kijken terwijl wij dat eigenlijk al nooit doen. Immers, de zon is veel te fel om tegenin te kijken maar bij een eclips vergeten we dit blijkbaar even.
Als we fotograferen wordt het soms nog erger. Enerzijds kan het directe licht schadelijk zijn voor je sensor als je deze te lang direct in de zon laat kijken, denk aan mirrorless camera’s waarbij je ‘kijkt’ met je sensor. Maar ook voor het oog kan het schadelijk zijn, zeker als je met een telelens aan het werk gaat. Hoe verder je inzoomt, hoe meer je het licht van de zon bundelt en hoe feller het wordt. Als je met je telelens naar de zon kijkt, kijk dan alsjeblieft niet zelf door de zoeker!!! Zeker niet bij een spiegelreflex.
Foto van de zon
Als je de zon echt vol in beeld wil brengen, en dan niet vlak ná zonsopkomst, met een telelens dan zul je moeten gaan werken met een speciaal zonnefilter of zonnefilterfolie. Dit is hetzelfde materiaal als wat ook in die eclips brilletjes zit. Zoek maar eens op Baader Astro Solar TM zonnefilterfolie. Dat filter komt overeen met 18 tot 20 stops, je kunt er doorheen ook echt alleen de zon zien, verder niets. Voordeel is dat je dan wel gewoon kunt fotograferen.
Vroeg, laat en in de winter.
Wanneer kun je de zon wel goed fotograferen? Als de intensiteit nog niet zo groot is. Denk aan rond zonsopkomst of zonsondergang. En dan nog zul je enorme verschillen zien met zomer en winter. In de zomer lukt het eigenlijk al bijna niet meer en begint het bovenste deel van de zon al fiks uit te bijten terwijl de zon nog niet eens helemaal op is. In de winter heb je langer de tijd.
Vocht
Hoe meer vocht er in de lucht zit, hoe meer het licht verstrooit en hoe langer je de zon nog in beeld kan brengen na zonsopkomst of voor zonsondergang. Je kent dat wel, zo’n knalrode bal. Dat betekent veel vocht en is in dit geval je vriend.
Bewolking
Bewolking is niet altijd je beste vriend maar als je de zon in beeld wil brengen kan een sluier wel enorm helpen. Is het ongeveer de beste filter die je je maar kan voorstellen om het felle zonlicht tegen te houden en met wat geluk is de sluier nog zó doorzichtig dat je de zon er nog net doorheen kan fotograferen.
Mogelijkheden met lenskeuze
Het grappige is dat je met je lenskeuze ervoor kunt zorgen dat de zon toch nog redelijk goed in beeld komt. Veel van de voorbeelden hiervoor zijn gemaakt met telelens. Hoe dichter bij de zon, hoe minder het contrast met het felle zonlicht. Door de kleine beeldhoek van de telelens kijk je feitelijk tegen het lichtste deel rond de zon en is het vaak goed te belichten. Zeker in de ochtend, avond of wintermaanden.
Met een groothoeklens heb je die mazzel niet. Dan is de beeldhoek zó groot dat je zowel het hele felle licht in beeld krijgt als de veel donkerdere delen die verder weg van de zon liggen. De zon zal dus altijd uit gaan bijten als je het donkere deel ook goed belicht wil hebben. Echter, omdat de zon dankzij de groothoeklens héél klein beeld komt, is dat veel minder erg.
Technische mogelijkheden: HDR en diffractie
Dan zijn er nog wat andere technische mogelijkheden. Als je het in één belichting niet redt kun je altijd nog je toevlucht nemen tot HDR of exposure blending. Oftewel, meerdere belichtingen maken van dezelfde compositie en deze in de nabewerking samenvoegen tot je een beeld krijgt zonder over- of onderbelichting.
Een andere technische truc is om de zon niet rechtstreeks in beeld te brengen maar ergens achter te laten ‘sneaken’. Door dan te werken met het grootste diafragmagetal (=kleinste lensopening), krijg je dat het licht achter de diafragmalamellen breekt en je stralen krijgt. Nog steeds zal de zon iets uitbijten (zoals in het eerder voorbeeld hierboven te zien was) alleen door de stralen geef je je kijker het gevoel van de stralende zon.
Specials: zonsverduistering, groene flits, …
Er zijn nog wat speciale momenten waarbij je echt de zon vol in beeld wil brengen zoals tijdens een (gedeeltelijke) zonsverduistering. Ook dan blijft het een feit dat, zo lang de maan niet geheel de zon bedekt, je nog steeds een té felle zon hebt om te fotograferen. Anders moet je ook echt een zonnefilter gebruiken.
Zo, hopelijk heb je nu genoeg tips en waarschuwingen gehad om zelf met de zon aan de slag te gaan. Ik wens je een zonnig jaar toe!
Johan
Geef een reactie