Landschapsfotografie is misschien wel de moeilijkste tak van sport. Een veel gehoorde opmerking van fotografen die terugkomen van vakantie is dat ‘het in het echt veel mooier was’. Het zijn vooral de landschappen die het moment goed vastleggen. Denk aan de grootsheid van bergen, de gelaagdheid van een landschap, de imposante luchten of de desolaatheid. Herken je dit? Dan geef ik hier 10 tips om rekening mee te houden de volgende keer dat je met landschappen aan de gang gaat. Veel succes!
Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd bij Natuurfotografie.nl
Inhoudsopgave
#1: Check de weersverwachting
In de meeste landschapsfoto’s is de lucht te zien. Hoe heerlijk het ook is om onder een strakblauwe hemel te wandelen of lekker op het strand te liggen… voor landschapsfotografie is deze vaak minder interessant. Hoe vervelend een dikke regenbui ook is, juist in en foto kan deze enorm indrukwekkend zijn. Het zijn vaak de luchten die de sfeer aan je landschapsfoto geven. Blauw lucht met schapenwolkjes, een aankomende storm of een ontwikkelende donderbui geven het landschap iets extra’s. Check dus je weersverwachting. Wordt het strak grijs? Dan zou ik lekker met macrofotografie aan de slag gaan maar als er opklaringen zijn afgewisseld met wolken dan wordt de landschapsfotograaf wakker. Heb je nog geen weerapp? Kijk dan eens naar deze vergelijkingssite: https://www.droidapp.nl/specials/weer-app-test-2021
#2: Fotografeer vóór zonsopkomt en ná zonsondergang.
Het klinkt misschien cliché maar het blijft een feit dat rond zonsopkomst (en ondergang) het licht gewoon het mooiste is. Dat begint overigens al ver vóór zonsopkomst of duurt tot ver ná zonsondergang. Heb je een mooie plek in gedachten, zorg dan dat je minstens een half uur voor de zon opkomt ter plaatse bent want dan heb je al intense kleuren in de lucht. Als de zon eenmaal op is, is het contrast soms al veel te groot voor mooie foto’s. Daar heb je veel minder last van vóórdat de zon er is. Hetzelfde geldt voor de zonsondergang. Ga niet weg als de zon weg is maar blijf nog minstens een half uur hangen. Let ook goed op de kleuren achter je (tegenover de plek waar de zon opkomt of is ondergegaan) want daar zie je soms intens roze kleuring en de aardschaduw. Het moment vóór zonsopkomt of na zonsondergang heet overigens het blauw uurtje…
#3: Gebruik het gouden uurtje
Als de zon eenmaal op is werpt hij zijn eerst gouden licht over de wereld. In de winter duurt dit best een tijdje maar in de zomer is het misschien maar een paar minuten. Toch is dit moment erg mooi om bij te fotograferen. Het geeft je landschap een gouden gloed en structuren, denk aan ribbels op het strand, zie je beter door het gouden strijklicht. Wederom misschien cliché maar toch wel een mooi moment van de dag om je landschap net in dat andere licht te zetten.
#4: Let op (grond)mist
Waar het hart van menig landschapsfotograaf misschien het hardst van gaat kloppen is (grond)mist. Na een koude, vaak heldere en windstille, nacht ontstaat in de ochtend grondmist. Dit geeft een mysterieuze sfeer aan je foto’s, verstild en spannend. Ook wordt het licht nog eens op een mooie manier verstrooid in de mist. Reden dus te meer om de weersverwachting goed in de gaten te houden of zelfs een app te gebruiken die een mistverwachting geeft.
#5: Ga op zoek naar water
Als je zoekt op landschapsfoto’s zal je merken dat in veel foto’s water aanwezig is. En niet voor niets. Water zorgt ervoor dat licht vaak veel mooier is, denk aan meren gebieden of de Waddeneilanden, en zorgt voor mooie bewolking. Niet voor niets dat veel 17e eeuwse schilders naar Nederland kwamen voor het mooie licht en de mooie luchten, de Hollandse wolkenlucht. Water kun je ook gebruiken voor mooie reflecties waardoor je twee kleurrijke hemels voor de prijs van één hebt. Water hoeft overigens niet altijd een meer te zijn, nat zand of een klein plasje is soms al voldoende.
#6: Zoek een mooie voorgrond
Dit klinkt misschien wat vreemd want bij landschapsfotografie heb je vaak het idee dat het vooral om de lucht en het grote landschap gaat. Toch zal je merken, zeker als je met groothoek werkt, dat het de eerste meters voor je neus zijn dit het grootste deel van de foto in beslag nemen. Een mooie voorgrond zorgt ervoor dat de foto interessant is en begeleidt je oog naar de verte. Maak de voorgrond niet té interessant want dan blijft je oog daar hangen, het moet inleidend zijn.
#7: Gebruik al je lenzen
Een veel gemaakte fout is te denken dat landschapsfotografie alleen maar mogelijk is met een groothoek (‘uitgezoomd’) lens. Veel fotozaken verkopen deze lenzen ook als ‘landschapslenzen’ maar er zijn heel veel momenten denkbaar dat je helemaal niet zover uit wil zoomen. Het mooie van een groothoeklens is dat je ontzettend veel op de foto kan zetten maar tegelijk verkleint het alles enorm. Een mooie boom of berg die ver weg staat/ligt vind je nooit meer terug. Je kan voor landschapsfotografie ook prima je standaard of zelfs een telelens gebruiken. Met de laatste kun je mooi details uit de verte fotograferen. Zeker als je geen mooie voorgrond hebt is het gebruik van een standaard- of telelens een goede tip.
#8: Gebruik een statief
Oei, dat is misschien niet de tip die je wilt horen. Velen vinden een statief best onhandig en beperkt je in je bewegingsvrijheid. Toch heeft het een enorme meerwaarde. Als je ver vóór zonsopkomst in het veld staat is het gewoon te donker om mooie foto’s te maken uit de hand. Of je moet je ISO zó hoog zetten dat het gewoon zonde is met al die ruis. Verder kun je met statief ook makkelijk je sluitertijd verlengen zodat water mooi glad wordt of de wolken wat uitvegen. Als je met filters werkt kun je deze veel preciezer plaatsen. Als laatste is het ook gewoon zo dat met je met statief veel langer bezig bent met de foto, je rent niet van hot naar her. Dit komt de kwaliteit gewoon ten goede. Probeer het eens uit! Kijk hier eens voor een overzicht van statieven.
#9: Gebruik filters
.. Mits je die natuurlijk hebt. Welke filters zijn dan handig en mooi voor landschapsgrafie? Als eerste de polarisatiefilter voor mooie luchten of doorkijkjes in water, zie hier voor een uitgebreide tutorial. Wil je aan de slag met lange sluitertijden dan zijn grijsfilters eigenlijk wel een must, zeker als de zon inmiddels al op is omdat er dan gewoon te veel licht is. Ook hiervan is een uitgebreide tutorial. Als laatste gebruiken veel fotografen zogenaamde grijsverloop filters waarmee het grote licht/donker contrast tussen lichte lucht met soms zelfs de zon in beeld en donkere voorgrond kan worden opgeheven. Kijk maar eens naar deze tutorial. Heb je deze laatste filters niet dan kun je ook werken met meerdere belichtingen, dat heet exposure blending of HDR.
#10: Zorg voor een mooie compositie
Dat is natuurlijk enorm uitgebreid en hier is al een complete tutorial over te schrijven. Denk bijvoorbeeld aan waar plaats je de horizon, werken met de gulden snede of regel van derden, lijnen in je landschap, staand of liggend beeld, lege ruimte, kadering, etc. De basis is echter dat je goed nadenkt waar je alle elementen in het beeld plaatst èn of alle elementen wel per se noodzakelijk zijn in het beeld. Experimenteer er lekker op los en kijk of een beeld ‘lekker kijkt’.
Heel veel succes,
Johan
Geef een reactie