Ik weet het nog goed, één van de eerste keren dat ik lezing + fotobespreking gaf bij een fotoclub. Een zaal met potentie voor zeker 60 man. Met 40 toehoorders blijven er dan altijd wat stoelen leeg. Geen probleem, want 40 is nog steeds een erg mooi aantal. Langzaam vulde de zaal met mensen. Sommigen kwamen een hand geven en een praatje maken. Deze mensen gingen vooraan zitten om alles goed te kunnen zien en horen. Maar een groepje ‘gevorderden’ niet. Die hoefden geen hand te geven. Die waren vooral met elkaar bezig. Beetje lacherig keken ze mijn kant op en met een meewarige blik zakten ze naast elkaar op de stoelen van de allerlaatste rij. Terwijl ik vol spanning mijn verhaal deed en foto’s liet zien hoorde ik constant van achterin de zaal een geroezemoes, gemompel en zachtjes lachen. Uiteraard waren het ook exacte deze mensen die voor de bespreking geen foto’s hadden ingeleverd…
De zelfbenoemde ‘goede’ fotograaf
Herken je dit in jouw club? Gelukkig – zo heb ik in de afgelopen jaren mogen ondervinden – hebben lang niet alle clubs (meer) dit soort leden. Toch kom ik ze (helaas) nog (te) heel veel tegen. De zelfbenoemde ‘goede’ fotograaf. De persoon die zelf zelden tot nooit eigen werk laat zien maar altijd vooraan staat om kritiek op anderen te geven. Liefst in een groepje bij elkaar te smoezen, zo zacht dat je het niet kan horen maar wèl zo hard dat je hoort dát ze smoezen. Ze vinden dat ze de wijsheid in pacht hebben, dat ze overal verstand van hebben en – en dat is misschien nog wel het ergste – hun ongenuanceerde mening ook ‘moeten’ verkondigen. Iedereen moet horen wat zij vinden.
Zo begon ik ooit aan een van mijn Finland reizen waarbij één van de deelnemers van het allereerste begin tegen mij begon te vertellen over een ‘professionele’ vriend, over de prijzen die gewonnen waren, over alle lof die was geuit, over alle publicaties en over alle uitnodigingen voor opdrachten. Toen het puntje bij paaltje kwam om de eerste beelden te bespreken vond deze deelnemer dat echter niet nodig: “ik laat nooit onbewerkt materiaal zien”, “ik geef nooit RAW files af aan derden” en “voor mij heeft een fotobespreking geen toegevoegde waarde.”. Hoe arrogant en … hoe ontzettend voorspelbaar.
Kritiek op de ‘meester’
Soms gaat het nog verder. Niet alleen willen ze niet met de billen bloot, niet alleen moet ik vooral ‘van horen zeggen’ aannemen dat ze goed zijn maar blijkbaar is er nog een laatste actie nodig om hun plek in te nemen: kritiek op de meester. Zo had het clubje achterin de zaal niet alleen collectief geen enkel beeld ingeleverd voor de fotobespreking die ik zou leiden maar aan het eind van het verhaal moesten er ook ‘punten’ gemaakt worden. Zonder enige vorm van nuance moest er per se kritiek geuit worden op mijn werk: “dat beeld van die kievitsbloem deed mij totaal niets, die zou bij mij in de prullenbak zijn verdwenen.” Een opmerking waar ik (of enig ander) niets mee kan maar waarvan mij ook volledig de noodzaak van ontgaat. Natuurlijk spreekt mijn werk niet iedereen aan, dat verwacht ik ook niet en hoeft ook niet. Als het dan niet aanspreekt kunnen we van gedachten wisselen waarbij je minstens interesse kan tonen in mijn overwegingen over waarom ik het op die manier heb gedaan. Maar nee, van interesse was geen sprake. Daar ging het natuurlijk ook niet om. Het enige doel van deze opmerking was te laten zien aan de mede clubgenoten dat je kritiek op ‘de meester’ durft te hebben. Waar hoop je dan op, wat is je doel? Dat iedereen na afloop van je opmerking denkt “hij durft iets te zeggen dus zal hij het wel weten.”? Dat je mede clubgenoten je vanaf dat moment als ‘goede’ fotograaf zien? Kritiek op de meester om jezelf op te hemelen…
Ik ben alleen onder de indruk van foto’s
Wat is het resultaat bij mij? Per keer dat je mij vertelt hoe goed je wel niet bent, komt bij mij de lat over jouw werk hoger te liggen. Als je ongenuanceerde kritiek op mijn werk hebt verwacht ik ook dat de kwaliteit van jouw werk ver boven mijn beelden uitstijgt. Als je met je vriendjes achterin de zaal minzaam lacht over mijn foto’s ga ik er dus vanuit dat ik een beginner ben in vergelijking met jou. En áls ik dan uiteindelijk werk van je zie wil ik ook compleet achteroverslaan van ontzag. Je hebt mij vertelt hoe goed je bent en dus wil ik dat ook zien. Je bent niet goed omdat je dat vertelt… je bent voor mij pas goed als je dat laat zien. Ik ben niet onder de indruk van praatjes, niet van spullen, niet van een arrogante houding, niet van al je ‘professionele’ vriendjes en al helemaal niet van je durf om lekker ongenuanceerd je mening te spuien. Ik ben alleen maar onder de indruk van je foto’s!
De absolute mening van de beginner
Het grappige is dat ik eenzelfde houding ook zie bij sommige beginnende fotografen. Wanneer ik een workshop geef voor mensen die nog heerlijk aan het begin van hun ontwikkeling staan, die hun camera aan het ontdekken zijn, kom ik vaak meer ongenuanceerde meningen tegen dan in een groep van gevorderde fotografen.
Zo was er een paar weken geleden een deelnemer aan mijn herfstworkshop die aan de ene kant nog erg aan het worstelen was met zijn camera maar wel tegen een mededeelnemer (uiteraard niet rechtstreeks tegen mij) aan het verkondigen was dat veel van mijn composities niet klopten omdat je je onderwerp altijd links in beeld moet hebben en niet rechts. Dat is toch de regel? Hetzelfde zie je bij eerstejaars studenten die na een paar vakken met basiskennis hun mening verkondigen alsof ze de volledige wijsheid in pacht hebben. Diezelfde student is 3 jaar later, met minstens 300% meer kennis, ineens een stuk genuanceerder geworden in zijn mening. En eenmaal aan het werk blijkt toch de praktijk ineens veel weerbarstiger dan alle simpele kennis tijdens de studie.
Nuance en ontwikkeling gaan hand in hand
Waar ik bij de groep beginnende fotografen vaak twee uitersten tegenkom – aan de ene kant de persoon die enorm schroomt om wat te zeggen of te vinden omdat hij/zij vind er nog onvoldoende van te weten en aan de andere kant de de persoon die precies weet wat hij wel of niet mooi vindt en vooral ook overal een mening over moet hebben – zie ik dat beide uitersten afnemen zo gauw de groep wat verder in de ontwikkeling is. In een workshop voor gevorderde fotografen ervaar ik bijna geen ‘absolute meningen’ meer. Natuurlijk vind niet iedereen alles mooi maar het wordt bijna nooit zo ongenuanceerd verkondigd. Waarom zou je ook? Omdat jij het niet mooi vindt is het toch niet automatisch slecht? En wat heeft de ander eraan als jij je mening verkondigd zonder argumenten of opbouwende feedback? Nee, daar zie ik veel meer interesse voor elkaars werk: “het is misschien niet mijn stijl maar ik ben enorm benieuwd hoe hij/zij dat gedaan heeft en wat de overwegingen waren.”
Wie de schoen past…
Natuurlijk beschrijf ik hier een paar uitersten maar ik kom ze helaas nog steeds te vaak tegen. Bijvoorbeeld de beginner die bij het zien van een beeld met lange sluitertijd meteen verkondigt “dat vind ik dus echt niet mooi hè”. Maar ook de zelfbenoemde ‘goede’ fotograaf die dat niet laat zien met eigen werk maar door middel van ongenuanceerd commentaar. Voor deze uitersten heb ik maar weinig respect. Misschien moet ik het wel omdraaien: als je je mening snel klaar hebt en je mening is erg zwart/wit moet je je afvragen of je wel echt zo goed bent als je jezelf ziet.
Zo, een heftig betoog, welke helemaal past in mijn betoog over de Oostvaardersplassen destijds. Ook daar riep ik op tot meer kennis en argument voor je je mening spuit. Moet overigens wel bekennen dat ik hier tegenwoordig wel mee speel. Soms neem ik juist beeldmateriaal mee waarvan ik weet dat niet iedereen het zal smaken. Want net zoals de figuren op de achterste rij hun mening brullen dat het niets is… zo zijn er ook steeds meer mensen op de eerste rij die juist opgelucht ademhalen: “Oh fijn, ik ben niet de enige die dit leuk vindt … blijkbaar hebben de mensen op achterste rij niet per se gelijk!”
Daarom mijn adviezen aan allen die zich aangesproken voelen:
- Wil gezien worden als goede fotograaf? Verdien dan je respect met beelden.
- Vind je iets niet mooi? Toon dan interesse in de overwegingen en techniek maar laat de fotograaf in zijn/haar waarde.
- Er is geen ‘wetboek-der-natuurfotografie’ en dus geen absolute regels. Er zijn handreikingen die je wel of niet kunt gebruiken. Niet meer en niet minder.
- Vind je wel iets mooi? Schroom dan ook niet om een compliment te geven… wie goed doet …
Geef een reactie