Ja, meteen met de deur in huis vallen (met het risico dat de Nederlanders nu weer over mij heen vallen). De Nederlander lijkt te klein voor natuur, Nederland zelf niet. Nederland is nog steeds groot genoeg voor natuur. Als ik Nederland bekijk is er nergens ter wereld op zo’n klein stukje aarde zóveel diversiteit aan soorten en landschapstypen. Nee, Nederland is in mijn ogen nog steeds prachtig… natuur vormt zich prachtig om ons heen, vult gaten die wij laten vallen en ontwikkelt zich om ons mensen heen. Nee, volgens mij lijkt de Nederlander te klein voor natuur.
Ik snap best dat ik met mijn verhaal wellicht op allerlei tenen ga staan, maar dat mag als columnist. Mijn doel is iedereen te laten nadenken, niet meer en niet minder. Mocht je je geroepen voelen om te reageren, lees wel even door door het eind. Dank je wel!
Oostvaardersplassen zorgt voor uitbreiding vocabulaire
In mijn vorige column, Oostvaardersplassen: overmand door emotie, heb ik geprobeerd mensen te overtuigen van het nut om je eerst in te lezen in je onderwerp alvorens vol emotie en heftige retoriek je mening te gaan verkondigen. Dat heb ik geweten, dagenlang ben ik overspoeld door mailtjes, ben ik letterlijk gestalkt via facebook en messenger en heb ik tientallen heftige telefoontjes ontvangen. Mijn vocabulaire is aardig uitgebreid, en dat wil wat zeggen voor iemand die oorspronkelijk uit Den Haag komt.
Zeker, ik heb ook heel veel constructieve reacties ontvangen van mensen uit diverse kampen en met diverse standpunten, mensen die mij met bronnen en wetenschappelijke studies van nieuwe informatie hebben voorzien. Daarvoor mij enorme dank! Maar meer nog helaas waren het reacties direct op de man gespeeld, liefst vergezeld van heftige scheldwoorden. Jammer. Mijn doel was (en is) nooit geweest mensen te overtuigen van een vóór of tegen maar te overtuigen beter onderzoek te doen en vooral richting politiek te gaan i.p.v. ’s nachts de hekken open te knippen en daarmee zelf het doodvonnis te tekenen van een groepje herten wat de A6 opzocht. Inmiddels is de grootste storm geluwd, althans voor mij. Niet voor het gebied.
Maar toch heeft de discussie met mij meer gedaan dan ik had verwacht. Niet wat reacties betreft maar het heeft wel mijn ogen geopend over de Nederlandse natuur en de houding van mijn medelanders t.a.v. natuur.
Natuurbeleid, uiting van Nederlandse arrogantie?
Als fotograaf kom ik niet alleen veel in de natuur maar heb ik ook vaak te maken met beleidsmakers en beheerders. Denk nog eens wat dieper na over deze twee woorden, want eigenlijk is dat toch best raar. Natuur is toch… natuur? Natuur is er toch altijd, met of zonder menselijk invloeden? Nou blijkbaar niet. Ik krijg het gevoel dat natuur iets is wat wij mogen creëren (‘beleidsmakers’) en dienen te onderhouden (‘beheerders’). Is dat niet arrogant als je er zo over nadenkt? Dat wij Nederlanders natuur denken te kunnen ‘maken’? Om vervolgens te vinden dat natuur ook ‘beheerd’ moet worden? Alsof er zonder ons geen natuur zou zijn, of dat zonder onze beheersmaatregelen natuur zou verdwijnen?
Liefde voor natuurruïnes
Een volgend besef wat ik de afgelopen maanden kreeg kwam tijdens het geven van een lezing. In dit verhaal neem ik de toehoorder mee op een reis door onze Nederlandse delta. Ik begin mijn verhaal in Limburg, zak met de rivieren af, passeer de beide stuwwallen, maak uitstapjes naar uiterwaarden en polders en vervolg mijn verhaal via de laagveenmoerassen om bij de Wadden te eindigen. Een bloemlezing van de Nederlandse diversiteit. Tot ik erachter kwam dat de meeste van deze voor ons zo waardevolle natuurtypen gewild of ongewild door onszelf gemaakt zijn. Natuurlijk, oernatuur bestaat niet meer in Nederland maar als je er goed bij stil staat zijn de meeste van onze geliefde stuifzanden, beekdalen, heidevlaktes of laagveenmoerassen in feite menselijke natuurruïnes. Zonder menselijke invloeden zou geen van deze ‘natuurgebieden’ überhaupt (meer) bestaan.
Varkens en schapen
Toen in de middeleeuwen de mensen hun varkens de bossen op de beide heuvelruggen injoegen om voer te zoeken hebben wij mensen tijdenlang de grond kapot gemaakt. Neem daarbij de massale ontbossing van de Veluwe en Utrechtse heuvelrug omdat men hout nodig had en de regen die de laatste nutriënten van deze geologische monumenten via de beken uitspoelde en je houdt vanzelf een kaal zandduin over. Waar het nog niet zover was werden schapen uitgelaten die de open vlaktes enorm verarmden omdat ze niet alleen alles wegvraten maar tevens ’s nachts op de potstallen werden gezet om de kostbare vruchtbare mest op te vangen. Blijkt dat er één dapper plantje standhoudt tegen zoveel vraat en zich kan vestigen in arme gronden en juist dat plantje vinden wij mensen nu zo prachtig als het bloeit: struikheide. De grote heidegebieden waar we nu zo van houden zijn, net als de stuifzand gebieden, niet meer dan de achtergebleven puinhopen van ons menselijke gebruik van natuur. Ze komen buiten Nederland ook nauwelijks voor. En omdat we dat zo mooi vinden lopen er nu commerciële schaapskuddes rond om ons menselijke ruïnes in stand te houden.
De Wieden en Weerribben zijn nu misschien wel één van de meest rijke natuurgebieden van ons land. Maar in feite ook niet meer dan een natuurlijke ontwikkeling rond onze menselijke gretigheid in het gebruik (of verbruik) van natuurlijke bronnen. Jarenlange afgravingen van veen t.b.v. turf hebben samen met stormen en dijkdoorbraken gezorgd voor een uitgebreid plassengebied waar eerst laagveenmoeras was. En toen turf eenmaal in onbruik raakte, kwam de rietindustrie naar voren en is tijdenlang riet gemaaid en afgevoerd. Nu vinden wij deze gebieden schitterend en worden bijna dichtgegroeide vaarten met het zeldzame krabbenscheer opengebaggerd en rietlanden opnieuw gemaaid. Op die manier wordt de ‘natuur’ in stand gehouden.
En omdat we niet van de term ‘natuurruïne‘ houden noemen we het ‘cultuurlandschap‘, briljant gevonden!
Natuurdoeltype: status quo natuur
Als je er goed over nadenkt is veel van de ‘natuur’ waar we zo trots op zijn niet alleen het resultaat van ons vernietigende gedrag maar tevens eigenlijk een onnatuurlijk tussenstadium. Hou je bij heidegebieden op met begrazing of het trekken van sparren door vrijwilligers, dan komen er berken en sparren op en zal het gebied weer gaan bebossen. Dat is de natuurlijke ontwikkeling of ‘successie‘. Wieden en Weerribben zullen dichtgroeien, tenzij de bever zijn invloed laat gelden, en terugkeren naar een moerasgebied.
Maar toch willen we deze tussenstadia in Nederland graag behouden. We praten bij deze tussenstadia zelfs over ‘natuurdoeltypen‘. Letterlijk staat er: “Met behulp van natuurdoeltypen kunnen meetbare doelstellingen voor gebieden bepaald worden. Deze doelstellingen zijn bedoeld als een belangrijk hulpmiddel voor de planvorming, het beheer, de inrichting en de evaluatie van natuur.” (bron: wikipedia). Een prachtige uiteenzetting van hoe wij in Nederland over ‘natuur’ denken: maakbaar, beheersbaar, meetbaar en geschikt voor evaluatie. Is er een verschil tussen natuur en andere ‘projecten’? Er staat letterlijk dat, om de stuifzanden als natuurdoeltype te behouden, de natuurlijk successie tegenhouden moet worden. Stel je voor dat de natuur weer zelf gaat bepalen hoe het groeit en bloeit, dat willen we toch niet? Het lijkt erop dat wij Nederlanders niet dol zijn op natuur maar op onze eigen status quo, de eigengemaakte tussenstadia.
Wat is dan ‘natuur’?
Ik denk dat deze vraag de basis vormt. Volgens mij zien veel mensen ‘natuur’ als iets waar je naartoe gaat, in de ‘natuur’ ga je zondags recreëren maar wij mensen zijn geen onderdeel van de ‘natuur’. Frans Lanting wist dat tijden geleden al, daarom noemde hij zijn project ‘life’, want mensen voelen zich geen onderdeel van ‘natuur’ maar wel van ‘het leven’ en hij wilde juist die betrokkenheid.
Nu ken ik best alle tegenwerpingen hoor. “Wij creëren natuur om soorten te behouden” of “als we niet zouden beheren verdwijnen er soorten of nemen anderen de overhand”. Snap ik en klinkt ook best legitiem. Tot ik ook daar nog dieper over na ging denken. Natuur is overal om ons heen. Want waar wij er als mens een puinhoop van maken komt er wel een soort tot uiting die daar van profiteert. Zeldzame soorten komen ineens op nieuwe plekken naar voren. Zo vormt de middenberm van de A1 de tweede grote vindplaats van het zoutminnende kwelderplantje Engels Gras (dat krijg je van jarenlang zout strooien in de winter) en zie je een heel specifiek assortiment aan zeldzame planten en dieren in de Wieden. De zeearend kwam vanzelf terug en nu lijken ook de lynx, wilde kat en zelfs wolf hun weg naar Nederland te hebben gevonden. Die trekken zich niets aan van ons menselijk handelen, profiteren zelfs van de door ons achtergelaten puinhopen. Nu ze eenmaal zelf bij ons zijn teruggekeerd in ons cultuurlandschap, hebben we besloten dat ze moeten blijven om gaan we nu met man en macht bezig de tussenstadia in ere te houden. Met commerciële schaapskuddes, enten van grondsoorten, terugbrengen van beekkronkels naar kaarten van 1350, afgraven van laagveenmoerassen, begrazen van gebieden, afsluiten van gebieden, afplaggen van zandgronden en afschot van grazers.
Zo creëren we ‘natuurdoeltypen’ waarin wij als mens besluiten wie er wel en wie er niet mag (of zelfs moet) leven en in welke hoeveelheid. Best arrogant eigenlijk…
Nederlandse natuur
Ooit hoorde ik het mopje “God schiep de aarde behalve Nederland… dat schiep zichzelf”. En zo is het maar net, dat was in den beginne maar in mijn ogen nog steeds. Natuur is iets wat wij Nederlanders mogen maken en moeten beheren. Zelfs zo erg dat toen een beheerder ooit een terrein aankocht in Drenthe en daar niets aan wilde doen om te kijken hoe de natuur zich zou ontwikkelen de plaatselijke gemeenschap in opstand kwam: “Wij doneren geen geld zodat jullie niets doen!”. En zoals tijdens afgelopen reis naar Lofoten toen iemand mij vroeg “Johan, wat doen ze hier nu met die bergen?”. Als je goed over deze vraag nadenkt snap je mijn punt. Waar komt toch het idee vandaan dat wij met alles op deze aarde iets zouden moeten of kunnen? Die berg staat daar gewoon berg te zijn, of wij daar nou iets mee kunnen of niet. In Nederland hebben we de mazzel dat we ons hele land kunnen maken en beheren, andere landen hebben zaken zoals bergen waar je nou eenmaal mee te dealen heb.
Ik begin nu wel beter te begrijpen waar het Nederlandse idee van ‘natuur’ vandaan komt. Zorg ervoor dat je iets mooi vindt dat niet van nature voorkomt, dan heb je niet alleen een reden om vrijelijk te mogen creëren maar tevens de noodzaak om te beheren. Nederland is niet te klein voor natuur… de Nederlander lijkt mij gewoon te klein voor natuur.
Disclaimer: ik besef mij dat ik met dit stuk het risico loop mijn vocabulaire nog verder uit te breiden. Ook besef ik mij dat ik niet de wijsheid in pacht heb en het misschien op sommige punten niet bij het recht eind heb. Toch vind ik het de moeite waard om eens wat zwart/wit de knuppel in het hoenderhok te gooien in de hoop op een constructieve discussie en vooral iedereen dezelfde overpeinzingen te gunnen als waarin ik nu zelf zit.
Vanessa zegt
Prachtig betoog, Johan, en helaas niet meer dan de waarheid. Ook ik vraag me al jaren af waarom natuurbeheer in dit land zo gefocussed is op het stilzetten van natuurlijke processen, zodat een gebied blijft zoals het is, terwijl natuur niet statisch, maar constant in beweging is.
Johan van der Wielen zegt
dank je wel voor je reactie!
Laurus Vader zegt
Even een POSITIEVE uitbreiding van je vocabulaire. Ik vind het een FESKULL en SICK artikel! Met een paar SPANG foto’s. Werkelijk KAPOT goed geschreven. AIGHT!!! ( Ik heb dit wel even moeten opzoeken. Straattaal uit mijn tijd was PEACE, FLOWERPOWER, en HEY MAN.)
In je artikel schrijf je oven 4 hoofdgroepen. In Wiki lees ik dat die te verdelen zijn in 6 groepen die een nagenoeg natuurlijke eenheid zijn en 86 groepen die een mate van beheer hebben. Die verhouding is al veelzeggend!
Nu ik er over nadenk. Waar in Nederland zijn die gebieden die een nagenoeg natuurlijke eenheid zijn en waar landschapvormende processen ongestoord verlopen?
De Nederlander te klein voor natuur? Misschien nog erger. De Nederlander is geen natuur waard!
Zodra zich maar iets vormt wat op natuur lijkt raken we in paniek. We gaan het beheren, uitbaten, misbruiken of vernietigen. Misschien herkennen we de (gewone) natuur niet meer. Met al die programma’s van National Geographic waar het in een overtreffende trap getoond word, en men niet schuw is van manipulatie (voor een “beter” effect).
Het kan het succes van de natuurfilms van Ruben Smit verklaren. Ook spektakel.
Ik zie “de Nederlander” de natuur op een vreemde manier beleven. Met veel gepraat, geschreeuw en muziek. Stilte en rust moet voorkomen worden. We racen met mountainbike’s met ware doodsverachting dwars door de mooiste gebieden en maken de voetgangers het leven zuur. Jongelui met gettoblasters in de stad kan ik nog enigszins begrijpen (de herrie van de stad buitensluiten) maar in de rust van de natuur? Wielrenners, wandelclubs en groepjes hardlopers. Je hoort ze al van een kilometer afstand aankomen. Babbel, babbel babbel….
Het genieten en accepteren van de natuur leren we heel snel af. Kleine kinderen hebben veel aandacht voor de natuur. Ze zien waarschijnlijk veel meer dan wij. Maar al snel doet de omgeving zijn invloed gelden. “Pas op, maak je niet smerig. NIET AANKOMEN. Dat is gevaarlijk. Ze kunnen bijten! Wat ben je daar aan het doen? Kabouters bestaan niet. Dat is ONKRUID. Blijf op het pad”. Kijk eens naar de reacties op het terras als er een wesp is. Aangeleerde hysterie! Onze angsten voor spinnen en slangen. Al helemaal vastgelegd in onze genen. En sprookjes….! De grote boze wolf, het enge bos etc.
We moeten “even” terug naar het begin. Ouders moeten proberen hun fobieën niet te projecteren op kinderen. Professionele begeleiders van jonge kinderen (opvang, school en club) moeten aandacht geven aan natuurbeleving in zijn breedste vorm en vooral het kind, kind in de natuur laten zijn. Dan groeien er langzaam generaties op die een andere, gezondere kijk op de natuur hebben. En uit die generaties komen beheerders, beleidsmakers en politici voort die wel in staat zijn op een natuurlijke manier met de natuur om te gaan. Daar ligt onze NATUURLIJKE toekomst.
Johan van der Wielen zegt
Beste Laurus,
Dank je wel voor allereerst het opnieuw vergroten van mijn vocabulaire 🙂
Mijn artikel is zeker niet compleet en slechts bedoeld om mensen aan het denken te zetten. Ik heb een aantal kenmerkende Nederlandse ‘natuur’ typen genomen die wij algemeen aannemen als echte natuur om in te laten zien wat een interessant beeld wij hebben van natuur. Dat in feite de meest kenmerkende Nederlandse natuur helemaal geen natuur is. Ik heb overigens geen waardeoordeel gezet over het wel of niet in stand houden hiervan. Dat laat ik aan de lezer over. Of de Nederlander natuur waard vind ik wat ver gaan. Ieder mens is is mijn ogen onderdeel van de natuur, heeft natuur nodig en is het waard om onderdeel te zijn van de natuur. Je beschrijving over het beleven van de natuur door veel Nederlanders is een heel goed onderwerp… staat in de planning voor een volgende column 😉