Het is zelden zo regenachtig en donker geweest in deze tijd van het jaar als afgelopen weken. Van regen in de drup, van donkere dagen naar asgrauw weer en na ieder zonnetje meteen weer een hoosbui. Veel fotografen verbijten zich bij dit weer en de afwezigheid van licht maar juist op dit soort dagen ga ik op pad. Niet alleen is het dan heerlijk stil in het bos maar ook geeft juist de afwezigheid van zonlicht mij de ultieme mogelijkheid om mijn eigen licht te maken. Wanneer de zon zich niet laat zien is het licht in het bos egaal en schaduwloos, perfect om zelf te spelen met mijn eigen lichtbronnen!
Voordeel van grijze regenachtige dagen
Dit is dé tijd van de paddenstoelen. Juist door de grote hoeveelheid neerslag en relatief lage temperaturen is 2017 meer dan ooit een paddenstoelen jaar. Zelden heb ik meer paddo’s gezien dan dit jaar. Wel erg jammer vind ik dat ze er nu al zijn, het liefste zie ik paddenstoelen in combinatie met de herfstkleuren, zo vanaf half oktober. Maar wie weet blijven ze nog wel even.
Maar nu terug naar de laatste weken… geen zonlicht en vooral dagen van grauw en grijs weer. Dus geen natuurlijk licht of mooi warm tegenlicht. Dat is hèt moment om juist het bos in te gaan. Waar je bij zonlicht immers gebonden bent aan de lichtval van dat moment heb je bij grijze dagen het licht volledig in eigen hand. En ga ik bewapend met een heel arsenaal aan ‘lichtbronnen’ het bos in op zoek naar paddenstoelen.
Een eenvoudig zaklampje
Misschien denk je bij eigen lichtbronnen meteen aan hele flitsopstellingen, compleet met softboxes en draadloze remotes. Maar het hoeft niet meteen zo indrukwekkend om toch hele verrassende effecten te bereiken. Gebruik gewoon eens een simpel zaklampje. Daarbij kun je kiezen voor een LED lamp maar die zijn vaak ‘koud’ van kleurtemperatuur. Mocht je nog ergens onderin de lade een ouderwetse zaklamp hebben met een echt gloeilampje dan heb je wat warmer licht tot je beschikking.
Het leuke van een zaklamp is dat je met weinig licht kleine accentjes aan kunt brengen in je foto. Zoals het aanschijnen van een paddenstoelen vanuit de onderkant en het inlichten van de schaduwzijde. Maar ook vanaf de zijkant kun je een licht accentje aanbrengen wat weer extra wordt benadrukt door wat onder te belichten.
De buiten studio
Bij macro wordt vaak gedacht aan een macroringflits maar toch gebruik ik die maar heel weinig. Het grote nadeel van deze flitsers, hoe mooi ze ook werken, is dat het licht altijd vanuit de lens (lees: kijker) lijktLekker donker beeld tijdens een grauwe dag. Gemaakt met de Laowa 15mm f/4 1:1 macro lens en de Laowa Macro Twin Flash KX-800. te komen. Natuurlijk kun je de duurdere flitsers wel zódanig instellen dat je een lichtval van links of rechts kunt creëren maar het blijft in mijn ogen behelpen. Voor insecten is het perfect maar een onderwerp als een paddenstoel smeekt mij om een meer creatieve oplossing met losse flitsers. Wel heb je tegenwoordig ook keuze uit flitsers met hele lange armpjes zoals de Laowa macro twinflits waarmee je meer flexibiliteit hebt maar het fijnste werk ik nog steeds met losse reportage flitsers, draadloos bediend.
Voor het flitsen in het veld kun je werken met een bedrade oplossing waarmee je je flitser een eindje van je camera op kunt stellen. Voordeel daarvan is dat alle informatie wordt doorgegeven (zogenaamde ETTL) en dat je een relatief goedkope oplossing hebt om het flitslicht vanuit een andere richting te laten komen dan vanaf de camera. Zoek eens op ‘off shoe’ om te kijken of er voor jouw camera een kabel beschikbaar is.
Draadloos flitsen
Nadeel van deze oplossing is dat je toch beperkt bent in de vrijheid. Camera en flitser zitten aan elkaar vast en te vaak trok ik mijn flitser om als ik met mijn camera bewoog. Liever werk ik daarom met een draadloze oplossing. Draadloze triggers en ontvangers heb je in diverse prijsklassen. Let daarbij goed op of het om ‘domme’ of ‘slimme’ oplossingen gaat. Een domme oplossing triggert de flitser maar geeft verder geen instellingen door vanuit de camera of terugkoppeling vanuit de flitser. Als jij de flitser toch op manueel zet en alles zelf bedient zoals sterkte en brandpuntsafstand is dat geen enkel probleem. Maar als je het fijn vindt om alles vanuit de camera te bedienen kun je misschien beter investeren in zogenaamde ETTL remotes waarbij alles informatie over en weer wordt doorgegeven. Verder heb je de keuze uit infrarood triggers of radiotriggers. De eerste werken met infrarood licht waarbij zender en ontvanger elkaar moeten kunnen ‘zien’. Weliswaar zijn deze een stuk goedkoper maar het irriteert mij mateloos als de boel niet werkt omdat ik geen zichtverbinding heb. Ik heb daarom radiotriggers die op grote afstand werken zonder dat ze elkaar hoeven te ‘zien’.
Er zijn diverse merkgebonden oplossingen waarbij de trigger meteen samenwerkt met de flitser. Omdat ik nog steeds met oudere flitsers werk en die ook tweedehands goedkoop te vinden zijn heb ik mijn toevlucht gezocht in de triggers van een third party merk. Ik moet bekennen dat ik dik tevreden ben voor een redelijke prijs. De zender kan alles flitsers in diverse groepen aansturen en mocht je flitser dit ondersteunen ook alle instellingen van de flitser vanaf de zender aanpassen.
Werken met meerder flitsers
Het mooie van een setje draadloze triggers is dat je kunt werken met meerdere flitsers. Ik heb de ontvangers zó ingesteld dat ze in een verschillende groep werken, op die manier kan ik vanaf de transmitter beide flitsers apart instellen. Zelfs de modus kun je variëren, dus de ene op ETTL terwijl de andere manueel staat ingesteld (hoewel ik eigenlijk altijd op manueel werk). Op die manier heb je volledige controle over de lichtval in het veld.
Ik werk altijd als volgt: ik begin met een compositie te bepalen en mijn lenskeuze. Omdat ik daarna met flitsers en zaklampjes aan de slag ga wil ik niet dat tussendoor mijn compositie nog verandert, dé reden om vanaf statief te werken. Ik heb al eerder over het belang van een statief geschreven en ook hier adviseer ik weer een statief zonder middenzuil zodat hij plat op de grond kan liggen. Kijk eens naar de Benro Combi serie die inmiddels al twee jaar lief en leed met mij deelt!
Als mijn camera (meestal ingesteld op manual) eenmaal goed opgesteld is ga ik één voor één mijn flitsers in het veld opstellen. Om ervoor te zorgen dat ze niet omvallen (wat nog wel eens gebeurt vlak vóór de foto) heb ik ze vaak op een gorillapod staan. Daarmee kan ik mijn flitser ook nog eens plat leggen tot zelfs ondersteboven onder de paddo. Per flitser stel ik nu de flitskracht en bundel vast en maak proef opnames. Als de eerste flitser goed staat, ga ik over naar de volgende. Vaak is twee flitsers voldoende en mocht ik echt nog een extra accentje nodig hebben doet mijn hoofdlampje nog wonderen.
Mocht je nou geen meerdere flitsers hebben kun je natuurlijk werken met een combinatie van flitser en zaklamp of je neemt een reflectiescherm mee waarmee je het flitslicht nog een keer op je onderwerp kun reflecteren.
Vocht en (kunstmatige) regen
Als je eenmaal vertrouwd bent met het remote flitsen kun je nog meer trucs erbij halen om je foto nóg meer effect te geven. Zo ben ik ooit begonnen in de regen te fotograferen waarbij de druppels als heldere rondjes oplichten door het licht van de tegenlichtflits. Echter, regen is maar een paar druppels… dus is het al snel een idee om je eigen regen mee te nemen in de vorm van een plantenspuit.
Dan nog is het puzzelen om de juist hoeveelheid ‘regen’ te creëren en op welke plek. Het beste is om het achter je onderwerp en vóór je tegenlichtflits te laten regenen dan heb je een mooi opgelichte nevel zonder datje onderwerp achter de nevel verdwijnt.
Geef een reactie