Deze keer geen donsjack nog aan en geen sneeuw nog in mijn ogen. Ik zit nu niet in Noorwegen zoals in maart het geval was toen ik met grote verbazing vanuit het Hoge Noorden keek naar de emotionele hectiek rond de Oostvaardersplassen discussie. Ik zit nu gewoon in Nederland, weliswaar dichterbij maar gevoelsmatig eigenlijk nog net zo ver weg. In maart moest er gevoerd worden want “de dieren gaan dood van de honger” – humaan beleid – en nu iets meer dan een half jaar later worden de ‘geredde’ dieren alsnog afgeschoten onder mom van wederom …. humaan beleid. Wat mij betreft was de discussie in maart al vol met non-issues. Nu, 9 maanden later, is er voor mij persoonlijk weinig wijsheid aan toegevoegd. Ik denk dat ik moet gaan besluiten dat de Oostvaardersplassen inderdaad mislukt is… niet wegens het gebied maar wegens de onwil van de mens om natuur gewoon natuur te laten.
De macht van de actievoerder….
De tijd tussen mijn eerste column (Oostvaardersplassen: overmand door emotie) en nu was een vacuüm. De dieren ‘leden’, de politiek is tegen de adviezen van experts ingegaan en heeft het hoofd gebogen voor de maatschappelijk druk. “Het besluit om te voeren is niet genomen in het belang van dieren of natuur, maar omdat de openbare orde in het geding was”. En om zijn eisen kracht bij te zetten gaat de actievoerder ver, erg ver; boswachters werden met de dood bedreigd, zakken wortels met plastic en al over het hek gegooid, een dijk doorgeprikt om ‘de dieren te drinken te geven‘ en hekken opengeknipt om dieren de ‘vrijheid‘ te geven met een levensgevaarlijke situatie van loslopende herten op de A6 tot resultaat.
Wat dat betreft zie ik veel overeenkomsten met de gele hesjes in Frankrijk, wat begint als een protest tegen beleid ontaardt tegenwoordig in no-time in anarchie. Waarbij de politiek ‘in het belang van de openbare orde’ uiteindelijk toegeeft. Ik schrik hier enorm van, als je met een grote groep maar hard genoeg schreeuwt en vervolgens de grenzen van de wet overtreedt krijg je uiteindelijk nog gelijk ook… Is dit onze maatschappij aan het worden?
De stoel van onze Maker
Bij de dieren was er afgelopen half jaar even rust, bij de mens niet. De mens kon de natuur niet loslaten. Hebben we eerst een groot deel proberen te behoeden voor lijden, nu heeft een commissie bepaald hoeveel dieren er maximaal kunnen leven. Natuurlijk waren ook daar weer voor- en tegenstanders en zijn er diverse rechtszaken geweest. Maar nu is er definitief een besluit gevallen: het grote uitdunnen gaat beginnen. Speelde de mens voor God in het maken van het gebied, voor God om de dieren te ‘redden‘… wordt er nu weer voor God gespeeld om ‘mogelijk lijden te voorkomen‘. Ja mogelijk, want er is niets zeker…
Wat er nu dus gaat gebeuren is het afschieten van dieren, in volle gezondheid zonder dat er van lijden nog sprake is. Familieverbanden worden zonder natuurlijke oorzaak kapot gemaakt en het afschot van dagelijks 20 dieren tot en met maart kan niet anders dan een enorme stress in de kudde geven. En dat midden in de winterperiode waarbij de dieren juist rust nodig hebben…
Rentmeesterschap
In diverse columns heb ik al aandacht besteed aan enerzijds het vreemde idee wat wij in Nederland van natuur hebben en anderzijds het gevoel dat veel mensen ook echt geen idee meer hebben wat natuur is / doet / zich gedraagt. Ik krijg het gevoel dat velen oprecht van mening zijn dat wij het rentmeesterschap over de natuur hebben. Ooit ging het geintje rond “God schiep de wereld behalve Nederland, dat schiep zichzelf” waarmee er gerefereerd werd naar de trots om nieuw land te maken. Nieuw land omdat we nieuw land nodig hadden, polders voor de landbouw. En dat is blijkbaar goed bevallen. Zo goed zelfs dat we van mening zijn geworden dat het zelfs onze plicht is, dat natuur zonder onze constante bemoeienis niet meer kan gedijen. Het lijkt er sterk op dat wij beter weten wat goed is voor natuur dan de natuur zelf.
De natuur dient zich aan onze schepping te houden
Voor het ‘maken’ van natuur zijn er strikte regels opgesteld wat natuur precies moet zijn; hoe wij vinden dat natuur eruit moet zien, welke (doel)soorten erin horen en hoe het zich dient te gedragen. Toen kwamen we erachter dat natuur zijn eigen ding ging doen en zich niet hield aan onze regels. Soorten kregen de overhand, andere verdwenen. Dat is niet de bedoeling, de natuur dient zich aan het plan te houden… kost wat kost.
Om ervoor te zorgen dat de natuur zich houdt aan onze regels en ideeën gaan we dus ingrijpen. Dat noemen we dan met een net woord ‘beheer’ maar eigenlijk spelen we weer voor God. Onder het mom van ‘veiligheid’ of ‘dierenwelzijn’ wordt er bepaald hoeveel dieren er maximaal kunnen leven. Ik wil de vergelijk met het 40-45 liever niet maken maar er bekruipt mij wel een vies gevoel; het voelt extreem rechts aan. Ondanks dat iedere ecoloog je de simpele verklaring geven dat als er niet genoeg voedsel was er simpelweg niet zoveel dieren waren, lees ik nog steeds in de media “noodzakelijk afschot wegens te kort aan voedsel“.
En de toppredator dan? Moet de mens niet voor wolf spelen? Wederom vertelt iedere ecoloog je dat in iedere natuurlijke situatie met een toppredator nog geen 10% van de dieren daadwerkelijk ten prooi vallen aan predatie. De rest gaat gewoon dood door ouderdom of zwakte. Een wolf eet alleen de zwakke en zieke dieren, net als het tot afgelopen jaar toegepaste reactieve beheer. Maar nee, de mens weet het toch beter en dus wordt er ingegrepen.
Dan komen de zeldzame vogels terug…
Dat is het laatste wat ik hoorde. Bedenk bij deze zin even om wat voor gebied het gaat. We praten hier over de Flevopolder. Een stuk ‘land’ wat minder dan 70 jaar geleden nog volledig IJsselmeerbodem was. Ergens in de ontwikkeling van braakliggend stuk grond bedoeld voor industrie en de huidige vlakte met grazers is het tijdelijk overgenomen door destijds zeldzame vogels. Dat is natuur, wanneer we als mens even ons rentmeesterschap vergeten ontstaat er natuurlijke ontwikkeling. Soorten komen…. en gaan weer. Met de komst van de grazers zijn die vogels weer verdwenen. Maar als er niets was gedaan, was er bos gekomen… en waren de weidevogels waarschijnlijk ook verdwenen.
The end of nature?
Ik weet dat ik heftig klink maar waar het mij om gaat is dat ik wederom teleurgesteld ben in het natuurbeleid. Weer mag natuur geen natuur meer zijn. “Wat is dan de oplossing?” wordt mij regelmatig gevraagd. “Dieren achter een hek kunnen niet weg en dus moeten we het gebied beheren als veeteelt of dierentuin.” Hoezo? De konijnen kunnen ook niet weg van Ameland, moeten die ook automatisch beheerd worden? Zelfs de Serengeti of ander Nationaal Park heeft al dan niet natuurlijke grenzen. Uiteindelijk is toch ieder gebied begrensd?
Ik zou het liefste dat het gebied open gaat zoals ooit de bedoeling was naar onder andere de Veluwe hoewel ik vermoed dat de herten van de voedselarme zandgrond liever naar Flevoland gaan dan andersom. Sterker nog, het Oostvaardersveld is al opengesteld maar daar gaan de herten zelf niet naartoe (een paar tijdelijke bezoekers daargelaten). Blijkbaar bevalt het gebied hun toch wel. Maar anders pleit ik toch voor niets doen. Ook al hebben we de fout gemaakt te denken dat we natuur konden creëren, waarom kunnen we de boel niet gewoon met rust laten. Accepteren dat natuur zichzelf uiteindelijk altijd reguleert, of het nou de konijnen, reeën, vossen of muizen zijn. Uiteindelijk zorgt de natuur voor een evenwicht, dat is niet leuk om te zien misschien maar wel natuurlijk. Waarom mag natuur niet gewoon natuur meer zijn. Zolang wij van mening blijven dat we moeten blijven ingrijpen, beheren en creëren is er geen sprake meer van natuur.
Let op… als het komende winter wederom streng gaat vriezen gaan er alsnog dieren lijden. Want het heeft niets met voedseltekort te maken of overschot aan dieren maar alles met opvetten en interen. Krijgen we dan gele hesjes langs het hek? Al met al moet ik tot de slotsom komen…. met onze constante bemoeienis is het the end of nature.
Geef een reactie