Mensen die mij kennen weten dat mijn fotografie gaat over licht. Voor mij is speciale lichtval, spel met licht of juist zacht warm licht één van de belangrijkste aspecten aan mijn fotografie. Hoe mooi een beer, veelvraat of vogel ook is, ik wordt pas echt enthousiast als het licht ‘goed’ is. Ik wordt enthousiaster van ‘mooi’ licht dan van een mooi onderwerp… kun je nagaan als beide aanwezig zijn! En met die gedachte ben ik eens teruggegaan in de tijd…
2006: zonsondergangen
Klopt, toen ik net begon met fotograferen ging ik op een zondagmiddag op pad om plaatjes te schieten. Het mooiste licht vaak gemist (iets met uitslapen, ontbijten met croissantjes en nog lekker koffie leuten) op goed geluk het bos in. Al snel kwam ik erachter dat dat niet ging werken, als ik iets moois wilde maken moest ik ook op zoek naar mooie onderwerpen en/of mooie omstandigheden. Hoe fantastisch ik dieren, bloemen en insecten ook vind… mijn passie begon al snel te ontstaan voor licht. En als beginnend fotograaf zijn het dan de zonsop- en ondergangsmomenten waar je voor gaat (meestal de ondergang want vroeg opstaan was er toen nog niet bij).
2007: ontdekkin)g van ’tegenlicht’
Langzamerhand begon mijn passie voor licht uit te breiden, na voldoende zonsondergangen (en inmiddels ook diverse opkomsten, vooral in de winter… dan komt de zon tenminste op ARBO tijden op) merkte ik dat er meer moest zijn dan warm licht en een koperen ploert. Tegenlicht geeft harde contrasten, typische brandrandjes, doorschijnende patronen en spectaculaire omtrekken. Daarvoor moet je dan wel de onderwerpen hebben die zich daarvoor lenen. In augustus kwam ik in aanraking met de kruisspin (je weet wel, die spinnen die je het hele jaar niet ziet en in augustus ineens met duizenden een piep kleine heideveldje kunnen overnemen) en vooral zijn web.
2008: fascinatie voor water & licht
Mijn eerste reis door IJsland was voor mij een openbaring van wat dit oerlandschap te bieden had. Niet alleen wat landschap betreft maar ook de lichtval. Het is niet de vraag of het gaat regenen maar hoe vaak tijdens je reis. En als het dan niet regent heb je wel te maken met het sproeien van de watervallen. IJsland bestaat uit … niets … rotsen… lava gesteente… kale vlaktes… en water. Water in veel gedaanten, van zee tot gletsjer, van meer tot pruttelpoel en van waterval tot rivier (de warme badjes met je uit NL meegebrachte Whiskey niet te vergeten). Wat water doet met licht is mij daar duidelijk geworden. Ik heb mij vergaapt aan spiegelingen en lichtverstrooiing en mijn nieuwe polarisatiefilter draaide overuren.
2009: lange sluitertijden en plannen
Als ik mijn archief van 2009 doorkijk zie ik steeds meer beelden met lange sluitertijden. Mijn statief werd mijn beste kameraad en gaf mij de rust die ik nodig had om tot echt goede beelden te komen. Lange sluitertijden gaven mij ook de mogelijkheid om heerlijk met filters te experimenteren en dynamiek en kleurdiepte aan mijn beelden toe te voegen. Ik ging ook meer plannen, als ik ergens op een plek kwam op zondagmiddag bekroop steeds meer mij het gevoel … eigenlijk zou ik hier moeten staan met ‘dát’ licht of op ‘dát’ moment of op ‘die’ dag. En als ‘dát’ licht of ‘dát’ moment dan aanbrak wist ik waar ik heen moest gaan om het beeld te maken dat ik op die zondagmiddag al bedacht had. Foto’s werden steeds geplander.
2010: start kievitsbloemen project
Vanaf ik dat ik al een klein Johannetje was brachten mijn ouders (beide bioloog) mij al bij de zeldzame kievitsbloemen. In een veldje achter de boerderij van mijn oma, ver weg van alle aandacht van de ‘stedelingen’, genoten de boeren van de ‘Hollandse tulp’. Niet verwonderlijk dat één van mijn eerste echte projecten over deze kievitsbloem ging. In 2010 was het eerste jaar dat ik daadwerkelijk een aantal dagen ingepland had om tussen deze bloemen te verblijven, van zonsopkomst tot zonsondergang probeerde ik alle aspecten van het licht te benutten voor diverse beelden. Pas later heb ik daar ook de nacht bij genomen, evenals cultuur en menselijk aspect. In 2010 was ik nog helemaal verguld toen het mij eindelijk goed lukte het eerste gouden licht te vangen bij deze – voor mij – magische bloemen.
2011: drive naar gelaagdheid
Mooi licht is één ding, een mooi onderwerp een ander. Beide combineren is een stap verder maar als je daar dan ook nog zoiets onvoorspelbaars als een dier bij wilt vastleggen wordt de moeilijkheidsgraad weer wat hoger, meerdere lagen in het beeld. Ik merkte dat ik steeds beter werd in het vangen van licht, inschatten van licht en plannen van mijn beelden. Zondagmiddag werd standaard het moment met het gezin terwijl juist maandagmorgen – wanneer je de natuur volledig voor jezelf hebt – meer mijn moment buiten werd. En toen op 4 januari 2011 de zon gedeeltelijk verduisterd op zou komen ben ik daar al weken mee beziggeweest. Waar je staan, wat doen de weersverwachtingen, verschillende plekken bezocht vooraf en mogelijkheden onderzocht. Op het moment zelf bleek het bijna overal in Nederland bewolkte behalve aan de Rijn, waar hij precies in het verlengde van de rivier op zou komen. En als de ganzen dan ook nog eens mee zouden willen werken…
2012: passie voor de nacht
Grappig dat iemand die zo dol is op licht juist de nacht als nieuwe speeltuin omarmt. Maar het nachtelijke licht is juist enorm speciaal, de vele sterren en hemellichamen geven een volledig nieuwe kijk op natuur. Wat overdag niet opvalt is in nachtbeelden enorm belangrijk en alles waar je overdag op focust zie je ’s nachts niet meer terug. De nacht zorgt ervoor dat je opnieuw een bekend gebied kunt ontdekken. Nachtfotografie is planning, kennis van astronomie, meteorologie, maanstanden (wil je wel of geen maan) en natuurlijk kennis van getijden (in mijn geval, ik kom veel op de wadden).
2013: creatief met licht
Het klinkt nu allemaal alsof ik per jaar een thema aanpak, dat is natuurlijk allemaal niet zo zwart/wit (oh nee, dat thema komt weer later) maar bij het doorspitten van mijn archief heb ik gewoon naar kenmerkende beelden gezocht en daar nu met terugwerkende kracht een thema aan gehangen. Als je mij dit verhaal morgen laat schrijven zou het best wel weer eens anders kunnen zijn hoor. Maar creativiteit kwam wel steeds meer op mijn netvlies, wat is er nog meer mogelijk, hoe kan ik nog meer de impressie van het moment vastleggen i.p.v. de details van het moment zelf. Hoe kan ik een gevoel overbrengen anders dan een onderwerp. Een spannende zoektocht die mij nog steeds bezighoudt.
2014: noorderlicht
Weinig heeft mij zó tot de verbeelding gesproken alswel het noorderlicht. En hoe meer ik het wilde vastleggen, hoe meer ik erover ging lezen en te weten kwam. Niet alleen over de perfecte plekken maar ook over de golven, waarheid rond Kp-waardes, lichtverval, zonnevlekken, coronale gaten en magnetische veldlijnen. Kennis is macht, plannen is één ding maar met kennis èn planning kun je nog veel meer bereiken. Om een beeld te willen maken moet je veel kennis van je onderwerp hebben, op die manier kun je het beste moment en de beste plek uitzoeken. Dan is het kennis van meteorologie om de weersverwachtingen goed te interpreteren (niet alleen verwachtingen maar vooral ook de verschillende satellietbeelden) en héél veel gaan. En met mijn eerste Lofoten fotoreis was het dan ook meteen raak!
2015: Serengeti van het Noorden
Na de film ‘de nieuwe wildernis’ heb ik het grote geluk gehad fotosafari’s in het afgesloten deel van de Oostvaardersplassen te mogen organiseren. Met de terreinwagen van Staatsbosbeheer hadden we vanaf zonsopkomst of tot zonsondergang het hele gebied voor onszelf. Ik wil de discussie rond het gebied hier niet aangaan maar kan je wel vertellen dat het ronduit indrukwekkend is om tussen de duizenden edelherten en paarden te staan, ik kreeg beelden van mijn reis naar Kenia in 2010, dezelfde ervaring en gevoel. Echt een safari.
2016: ultieme berenfoto
Levert 2016 dan de beste foto op? Welnee, dit verhaal was niet bedoeld om toe te werken naar mijn allermooiste beeld. Slechts om een reis door de tijd te maken en wat hoogtepunten met jou te kunnen delen. Maar dit beeld van 2016 maakte mij wel heel blij. Vanaf 2010 organiseer ik fotografie reizen naar Finland en daar zit altijd een nacht beren fotografie in. Vanuit speciale hutten bestaat er grote kans (helaas geen garantie) dat er beren of veelvraten voor de lens komen. Soms wel meerdere keren per uur, soms maar 1x gedurende een nacht van 14 uur. Inmiddels heb ik meer dan 25x in deze hutten gezeten en ken ik het gedrag van beren behoorlijk goed. Na de reis ga ik altijd nog een extra nacht en kies daarbij de hut uit o.b.v. mijn wensen t.a.v. lichtval, weersverwachting, etc. En al 25x hoop ik op een tegenlichtopname in warm avond- of ochtendlicht. Als je bedenkt dat het weer best in te schatten is, evenals lichtrichting maar dat het gouden ‘uurtje’ slechts 15minuten duurt èn … er moet op dat moment ook nog wel een beer langs komen die óók nog eens op de goede plek loopt. Planning, kennis, onderzoek en ervaring bepalen de potentie… maar het is de beer die mij wel of niet mij mijn beeld gunt.
It’s all about luck
Heb je het gered tot hier? heel goed! Wat ik heb geleerd in 10 jaar natuurfotografie is het belang van planning, kennis, onderzoek, ervaring en heel veel geduld. Die bepalen de potentie van een beeld, het vergroten van je kansen. Die bepalen 90% van je beeld. Maar … als je goed alle onderschriften hebt gelezen … het is die 10% geluk die dit vak zo waanzinnig maakt!
Geef een reactie