“Weet je het echt heel zeker?” vraagt cameraman Stefan mij. Onder het genot van een cappuccino overpeins ik mijn idee nog eens. Ik zal bekennen dat dit onderwerp niet echt evident is voor mij, juist ik die altijd op zoek is natuur avontuur en beleving, juist de fotograaf voor wie het proces naar een mooie foto belangrijker is dan de foto zelf, juist de persoon die zich het liefst moederziel alleen zich vergaapt aan de schoonheid van onze Nederlandse natuur… juist ik heb het idee bedacht om tussen honderden fotografen te gaan staan.
Nog één keer aarzeling en dan het besluit. “Ja, we gaan ervoor!”. Ondanks dat het niet mijn eerste keuze zou zijn om zelf tussen al die fotografen te gaan kijken naar de edelherten, puur vanwege mijn eigen beleving, vind ik de boodschap zó belangrijk dat ik per se dit item wil gaan maken. En dus zul je mij moederziel alleen tussen al die mensen zien lopen in een dappere poging om iets eigens te maken van het beeld.
“Ja Stefan, we gaan een fotografie item maken van de hertenbronst vanaf de wildbaan in het Nationaal Park de Hoge Veluwe. We gaan tussen honderden andere fotografen staan en ik ga vertellen hoe je met ook eenvoudige middelen nog hele mooie foto’s kan maken! En we gaan niet met speciale toestemmingen, niet naar plekken waar niemand mag komen, en niet op tijden dat alleen wij er mogen komen. Wij gaan net als ieder ander en laten zien wat er allemaal mogelijk is!”
Maar waarom dan? Omdat dit één van de meest spectaculaire momenten in het jaar is met één van de meest tot de verbeelding sprekende diersoorten die ons land rijk is. En omdat je nergens in ons land zó mooi en zó zonder de dieren te verontrusten van dit spektakel kan genieten. Ondanks de kritiek die het Nationaal Park soms krijgt over het voeren van de herten tijdens de bronst denk ik oprecht dat ze hiermee een gunst bewijzen aan mens en natuur.
Wanneer al deze mensen die nu de meeste prachtige momenten kunnen vastleggen, zelf op zoek waren gegaan in de natuur naar de edelherten tijdens deze stressvolle periode, was de verstoring niet te overzien. Het Nationaal Park heeft een aantal kuddes die het inmiddels prima vinden dat op korte afstand vele honderden mensen zich verzamelen om hun paargedrag te observeren. Ze grazen rustig rond en storen zich niet aan de vele mensen die na hun werk het spektakel komen gadeslaan. En deze mensen hebben niet alleen een waanzinnige avond maar steunen met hun dagelijkse bezoek ook nog eens het werk van het Nationaal Park.
Is het dan geen dierentuin? Nog buiten dat ik het antwoord op deze vraag niet heb vraag ik mij de relevantie van deze vraag af. Wanneer iemand zich 10 meter van de weg waagt zijn de herten weg. Dus blijkbaar zijn ze nog dermate wild dat de mensen op de weg wel veilig is maar mensen van de weg niet meer. Ze hoeven niet te komen, er zijn genoeg plekken waar je je ze niet kunt vinden. Toch komen ze, mede dankzij het voer maar ondanks de vele mensen.
En als deze herten gedijen, bronsten en paren terwijl mensen in camouflage pakken en met hun lange telelenzen dit aanschouwen… dan is het toch een win-win situatie voor iedereen? Dit is eco-toerisme, hetzelfde principe als waarmee de berg gorilla’s in het Virunga gebergte voor uitsterven zijn behoed.
“Gaan we dan alleen bij de heide staan?” vraagt Stefan aarzelend. “Nee, natuurlijk niet. Net als in mijn andere items wil ik ook hier twee locaties meenemen. Eerst met het licht in de rug bij de wildbaan en daarna met tegenlicht naar het Reemsterveld. Zo laten we zien wat er allemaal mogelijk is”.
Het licht wordt langzaam warmer en mooier. Ik merk dat Stefan ongeduldig wordt en kan hem geen ongelijk geven. Het is tijd om een stuk meer zuidwaarts te rijden, andere lichtval, andere omstandigheden, andere kudde. We zijn niet de enigen, menigeen is al in zijn auto gestapt op weg naar het Reemsterveld. Wij volgen de gestage lijn met auto’s.
Het licht wordt mooi, de zon gaat onder en werpt een warm en zacht schijnsel over het landschap. De fotografen houden hun adem in, als de herten nu maar op de goede plek willen gaan lopen, op de heuvel of juist in het veld. Iedereen heeft zijn plek ingenomen, we praten hier over één ‘plaatsherten’ en honderden ‘plaatsfotografen’. En ook hier merk ik al snel dat ik anders te werk ga.
Voor het item filmt Stefan mij met statief en telelens maar al snel erna breng ik beide terug naar de auto en ga ik met mijn zoomlens aan de slag. Door te lopen kan ik telkens het perfecte licht te pakken krijgen. Ik fotografeer tussen mensen door en zelfs onder benen, loop niemand in de weg maar weet wel het voor mij perfecte moment te pakken te krijgen.
En met deze laatste burl zien we langzaam de auto van de boswachter naderen. Hij maant ons vriendelijk dat het tijd is om het park te verlaten. Geeft niets, het was een prachtige avond. Zelfs voor mij, die er niet van houdt om tussen honderden anderen te staan met het risico op allemaal hetzelfde beeld was het een schitterend avontuur. Binnenkort maar eens terugkomen met mijn oudste dochter om haar eerste spiegelreflex camera uit te proberen…
Geef een reactie