Het grappige is dat bepaalde onderwerpen bijna onlosmakelijk verbonden zijn aan bepaalde fotografische technieken. Denk aan boomstammen & ICM, boomkruinen & meervoudige belichting, panning & rennende dieren en… jawel… lange sluitertijden & de Zeelandbrug. Ik moet bekennen dat ik het wat voorspelbaar vind. Maar als ik dan voor het eerst van mijn leven bij die Zeelandbrug sta voor de cursus Dramatische Landschappen van PiXLife, dan snap ik het wel…

Lange sluitertijden bij onbewolkt weer
De Zeelandbrug is gebouwd in 1952 en was toen de langste brug van Europa. Als je vanaf de zuidkant fotografeert, bestaat de brug uit een ogenschijnlijk oneindig aantal herhalingen van dezelfde boog. Ook al is de Oosterschelde hier het smalst, de overkant ervan is niet zichtbaar, waardoor de brug oneindig door lijkt te gaan. Ik zal toegeven dat ik geen architectuurliefhebber ben (in mijn fotografie dan), op misschien vuurtorens na. Maar toen ik ’s morgens ver vóór zonsopkomst met -3 en onbewolkte lucht bij de brug aankwam, snapte ik wel waarom hij zo populair is.
Het water in de Oosterschelde kabbelt en geeft een onrustige foto bij normale sluitertijden. Om het strakke van de brug te benadrukken werken veel fotografen met lange sluitertijden. Het water wordt dan glad en ontdoe je van alle onrustige golfpatronen. Wat ik merkte is dat een sluitertijd van 30” nog te weinig was. Vanaf 1 minuut begon het water glad genoeg werd, veel foto’s heb ik gemaakt met 2 á 3 minuten sluitertijd. Wat je dan wel moet hebben is onbewolkt weer. Wolken vegen uit en geven veel onrust in de lucht, zelfs met langs sluitertijden. Je snapt dat hiermee de fine-art benadering is geboren… misschien niet uniek maar wel erg mooi! Dat is toch voldoende reden om het te doen?
Verder gebruik ik een 2 stops grijsverloop filter (ND4-grad) om de belichting van licht en zee in perfecte balans te brengen.
Werken met grijsfilters
Als je lang vóór zonsopkomst fotografeert is het zo donker dat je sluitertijd als vanzelf lekker lang wordt. Als de zon eenmaal op is, dan red je dat totaal niet meer. Lage ISO en (niet té) hoog diafragmagetal doen wel iets, maar dan niet meer genoeg, De grijsfilter is dan de oplossing. Je houdt veel licht tegen en de sluitertijd wordt langer. Zelf werk ik met een ND16 (4 stops) en ND256 (8 stops) filter. Een 10 stops heb ik niet, voor mij is 8 stops prima en in geval van nood combineer ik beide filters. Zoals vandaag…

Tip: sluitertijden langer dan 30” heeft de camera niet, dan moet je naar bulb. Gelukkig hebben tegenwoordig de meeste camera’s een ‘bulb-timer’ waarmee je zelf langere sluitertijden in kan stellen zoals 1 of 2 minuten.
Lichtinval van achteren: flare!
De zon is inmiddels zó ver op dat tegen de zon in fotograferen niet meer zo mooi is. En dus besluiten we onder de brug door te lopen om de brug met zon mee te gaan fotograferen. Ik zie ook daar een mooie voorgrond langs het water en stel de boel weer op. Dan heb je de zon in de rug en de zon van achteren op de camera schijnen. Je loopt dan het risico op het volgende:

Zie je alle flare vlekken? Kijk eens hoe de zon van achteren op de filters schijnt:

Wat er gebeurt is dat de laagstaande zon tegen de achterkant van de filters, met name het grijsverloopfilter, aan schijnt. Je zal het misschien niet verwachten maar door de lange sluitertijd kan er zonlicht naar binnen ‘lekken’ door te reflecteren tussen beide filters en het frontelement van je objectief. Je ziet dan flare vlekken op de foto.
Oplossing: zet de filters in de schaduw
De oplossing is simpel, zorg dat er geen licht op de filters valt. Zet ze dus in de schaduw. Dat kan met behulp van dedicated hoesjes maar het kan ook makkelijk: ga zelf zó staan dat jouw schaduw over de camera en filters valt.

Een andere oplossing is om even iets op je filters te leggen. Zo heb ik twee zakdoeken; uit de linker broekzak is voor mijn neus, uit mijn rechter broekzak voor het poetsen van mijn bril en lenzen of voor dit soort gelegenheden… En ik vergis mijn bijna nooit.
Geef een reactie