Vloggen wordt steeds populairder. Niet alleen op social media is video steeds normaler maar ook wordt het met de huidige camera’s en zelfs telefoons steeds makkelijker om even snel een filmpje op te nemen. Toch is het maken van een goede vlog iets uitgebreider dan een filmpje voor de familie via whatsapp. Daarom hier deel 1 van 9 eenvoudige tips om van je video net iets meer te maken…

Het is natuurlijk lastig om foto’s te laten zien bij mijn tips maar ik zal wat voorbeelden pakken uit mijn eigen video’s en daar wat frames uit laten zien. Verder geef ik wat linkjes naar diverse video’s om te laten zien wat ik bedoel. Mocht je mijn video’s willen bekijken dan kun je naar mijn YouTube kanaal (vergeet je niet te abonneren?)
#1 Verhaal!
Ooit zag ik de introductie van een masterclass van Hans Zimmer. Ondanks dat ik die online masterclass zelf niet gevolgd heb, ik ben geen componist van filmmuziek, was de teaser al voldoende om mij te triggeren. Hij zei letterlijk: “I can put everything you need to know in one word: story.” En dat is het ook! Als jij een goed verhaal heb is de rest van ondergeschikt belang. Een goed verhaal zorgt voor een goede vlog. Niet het materiaal, smooth video movents, fancy transitions of spectaculaire after effects. Ik zie veel te veel video’s die volledig hangen aan het materiaal en de spectaculaire shots maar inhoudelijk rammelen. Zelfs gerenommeerde natuurfilms hebben hier last van.
Ga dus eerst aan de slag met wat je wil vertellen, welk verhaal en hoe loopt dat verhaal. Denk na over een intro, middenstuk en einde. Begin niet met het spektakel maar bouw je verhaal op. Ga niet eerst filmen maar maak eerst een plan. Dan kom je in je hoofd op alle shots die je nodig hebt.
In mijn video over de vulkaan uitbarsting van de Fagradalsfjall op IJsland in 2020 heb ik een verhaal gemaakt van iedere dag op weg naar de vulkaan waarbij het telkens niet lukt om een goed beeld te krijgen. Daarmee heb ik de spanning wat opgevoerd tot de laatste dag ineens het grote spektakel zich liet zien.
#2 Hou je materiaal eenvoudig
Het is heel verleidelijk om meteen aan de slag te gaan met wat velen van ons het liefste doen: kopen! Tegenwoordig zijn camera’s en zelfs telefoons zó goed dat je overal wel mee kunt vloggen. Dan is er ook nog de vraag of je jezelf wilt filmen terwijl je bezig bent met de camera of dat je je camera in kunt zetten om de filmpjes mee te maken. In het laatste geval kun je waarschijnlijk prima toe met wat je al hebt. Een groothoek- en middenbereik lens zijn voldoende. Verder heb je een statief nodig als je shots wil doen van een afstand.

Wil je onafhankelijk van je eigen camera kunnen filmen dan is een tweede volledige camera wat overdreven. Er zijn diverse kleine camera’s die hier speciaal gemaakt voor zijn en die je makkelijker bij je kunt steken om jezelf te filmen. Denk aan de DJI Pocket 2, een GoPro of vergelijkbaar. Als ik zelf een vlog maak en moet mijzelf filmen dan doe ik dat altijd met deze twee terwijl ik de natuurshots maak met de gewone camera. Snel uit je broekzak halen, stukje filmen, en weer weg. Maar natuurlijk kun je ook gewoon je telefoon pakken. Dat werkt echt best goed! De shots in het vliegtuig bij de vulkaan vlog heb ik gewoon met de telefoon gemaakt.
#3 Zorg voor goed geluid!
Het enige dat wel belangrijk is – en wat enorm wordt onderschat – is het geluid! Slecht geluid zorgt voor een slechte video, ongeacht de waanzinnige shots. De ingebouwde microfoon van je camera is ronduit belabberd. Een externe microfoon is een enorme meerwaarde en kost je ook de kop niet. Wil je van een afstand teksten inspreken dan zou je eens kunnen kijken naar een draadloze lavalier microfoon (dat is zo’n klein microfoontje wat je aan je kleren monteert).
Tijdens de stormen Dudley en Eunice in februari 2022 was ik op Terschelling en heb beide stormen gefilmd. Het geluid van welke microfoon dan ook was te slecht voor woorden. Veel geluid heb ik apart opgenomen vanachter duinen of mijn fotorugzak en later in gemonteerd.


#4 verdiep je in ‘180gr. regel’
Een telefoon filmt met de filmstand maar bij een iets geavanceerdere camera kun je ook in de filmstand van alles instellen. Zo film je altijd met een vaste sluitertijd en – bij voorkeur – ook vast diafragma en vaste ISO. Die sluitertijd is afhankelijk van, hoe raar ook, de framerate van je video. Framerate is het aantal frames wat je per seconde laat zien. Vaak is dat 24 of 25. Nog vanuit de tijd dat filmen gebeurde op film, komt de 180graden regel waarin gesteld wordt dat je altijd een sluitertijd gebruikt van 2x de framerate. Film je met 25 beelden per seconde, dan heeft ieder beeld een sluitertijd van 1/50. Wanneer je een hogere framerate gebruikt, bijvoorbeeld om later slow-motion te maken, dan wordt de sluitertijd dus ook sneller. Zonder slow-motion gebruik je dus altijd 24 (of 25) beelden per seconde en dus ook altijd een vaste 1/50 seconde.
Zo… dit waren de eerste 4 tips, ga hier verder met de tips 5 t/m 9.
Veel succes!
Johan
Geef een reactie