Laat ik meteen beginnen met de disclaimer dat je niet in 10 tips een volledig fotoproject met alle kennis, handreikingen en uitleg kunt samenvatten. Toch bevatten deze 10 tips voor mij wel de kern van wat een fotoproject inhoud. Je zal hierna nog veel meer willen weten en zie deze tips dan ook als leidraad om verder mee aan de slag te gaan.
Inhoudsopgave
#1: wat is je fascinatie?
Dit is misschien wel snelste en makkelijkste onderdeel van het fotoproject. Ieder project begint namelijk met een fascinatie. Jij weet best waar jij warm voor loopt, waar jij je nu al op verheugt dit jaar of waar jij het gevoel hebt niet alleen goed in te zijn maar ook heel blij van te worden. Dat is je fascinatie. Dat zegt veel over jezelf en zal dan ook al snel de start zijn van je project. Is het die vogel? Dat gebied? Een speciaal fenomeen? Een verhaal? Een biotoop? Of toch dat thema of manier van fotograferen?
Ik zal alle tips ophangen aan mijn grote fascinatie: de kievitsbloem. Maar eigenlijk kan ieder ander onderwerp, thema, gebied, etc. ervoor in de plaats komen…
#2: bedenk een concept
Een fascinatie is nog geen project. Zelfs al zou je je thema of onderwerp al weten, dan nog heb je geen verhaal. En bij ieder onderwerp zijn legio verhalen of thema’s te bedenken. Wat zou jij graag willen vertellen? Wat is het verhaal of wat is het thema? Bedenk een goed en haalbaar concept rond je fascinatie. Maak het niet té breed maar baken het af. Als ik mijn voorbeeld van de kievitsbloem erbij pak zou ik bijvoorbeeld als concept de biotoop van de kievitsbloem kunnen uitwerken of het ‘leven van de kievitsbloem’. Dan denk ik aan foto’s van hoe de bestuiving gaat, in welke omgeving hij leeft, wat de eisen zijn aan de omgeving, wie er nog meer in deze biotoop voorkomt, etc. Maar je zou ook een concept kunnen bedenken van de vormen van deze bloem en die opzoeken in andere onderwerpen. Er is heel veel mogelijk! Ik ga in deze tutorial even verder met ‘het leven van de kievitsbloem’ zodat je doorkrijgt wat ik bedoel. Ok?
#3: doe veel onderzoek
Als je eenmaal je concept voor ogen hebt, kom je er al snel achter dat je meer van je onderwerp en concept wil weten. Hoe leeft je onderwerp? Waarom doe hij wat hij doet? Hoe zit het met de verspreiding? Wat zijn de gevaren? Wie heeft er vergelijkbaar gedrag? Allemaal vragen die je jezelf kunt stellen als je nadenkt over wat je zou willen fotograferen. Doen dan ook veel onderzoek, lees over je onderwerp en vergaar alle kennis. Je zal merken dat nieuwe kennis ook nieuwe ideeën geeft voor foto’s en dat je merkt dat je foto’s wil gaan maken die je nog nooit gezien hebt en alleen gemaakt worden door mensen die er veel van weten. Maar ook kan je onderzoek doen naar technische kennis. Misschien wil je met bepaalde fotografische technieken aan de slag die je nog niet beheerst. Of dat je meer moet leren van weersverwachtingen omdat je bepaalde omstandigheden wilt benutten.
#4: maak een storyboard
Een storyboard is eigenlijk een uitwerking van alle beelden die je wilt gaan maken. Ieder beeld is een soort hoofdstuk in het verhaal en vertelt dan ook een eigen stukje van het verhaal. Bedenk vooraf nou eens welke beelden je wilt gaan maken: welke stukje van het verhaal moet het beeld vertellen, wat is het onderwerp van de foto, waar ga je hem maken, hoe ga je hem maken, wanneer, met welke techniek en onder welke omstandigheid. Misschien kun je de gewenste foto zelfs al uittekenen. Uiteindelijk hoef je echt niet al deze foto’s precies zó te fotograferen hoor maar als je er vooraf al goed over nadenkt zie je al snel waar de gaten zitten, hoe je die gaat opvullen en kun je in het veld ook makkelijker variëren en ervan afwijken. Het is een soort leidraad en receptenboek waarmee jij je project kan gaan plannen.
#5: zorg voor eenheid
Een fotoproject zal vaak resulteren in een serie en één van de ‘eisen’ aan een goede serie is een bepaalde mate van eenheid. Beelden moeten bij elkaar horen anders wordt het los zand. Eenheid kun je op veel manier voor elkaar krijgen, dat kan door gebruikt van vergelijkbare technieken, door kleur gebruik (of juist zwart/wit), door het gebruik van zelfde beeldverhoudingen, horizon die door lijkt te lopen op de volgende foto, een terugkerend onderwerp, etc. Kijk maar eens naar de foto’s hiernaast, verschillend en toch ook eenheid.
#6: zorg voor variatie
Dit lijkt in eerste instantie in tegenstelling tot de vorige tip maar dat is het niet. Kijk maar naar de voorbeelden, hiernaast. Als je dol ben op macrofotografie (en misschien ook enorm goed daarin) en je maakt allemaal foto’s met mooi zacht tegenlicht met de 100mm macro lens dan is de kijker na 3 foto’s verveeld, hoe mooi ieder beeld ook is. Je zult merken dat als je met een fotoproject aan de slag gaat dat je eigenlijk buiten je comfortzone moet treden want om de serie interessant te houden moet je gaan variëren. En vaak ligt die variatie in beelden die je misschien nog niet eerder hebt gemaakt of zelfs die je misschien niet zo snel zou willen maken. De macrofotograaf zal misschien vaker de groothoek moeten pakken, de landschapsfotograaf zichzelf dwingen om ook met hard licht te fotograferen ipv alleen met gouden ochtend- of avondlicht, de vogelfotograaf zal zijn 500mm wat vaker thuis moeten laten om meer overzichten te maken en de nachtfotograaf zal misschien ook de stad in moeten om de andere kant van de medaille te laten zien. Dat is de variatie waar jij als fotograaf misschien niet zo blij van wordt maar die wel de serie interessant houdt voor de kijker. In de voorbeelden hiernaast zie je de variatie in gebruik van telelens (eerste beeld) en macrolens (onderste beeld).
#7: zorg voor een logische lijn
Een project of serie is niet een losse verzameling van mooie beelden. In je storyboard heb je al gekeken naar een ‘lijn’. Dat kan overigens van alles zijn. Dat hoeft niet echt een verhaal te zijn van geboorte tot dood maar kan ook van zonsopkomst via de dag naar zonsondergang zijn, of misschien wel van kleurloos naar kleurrijk, van organische vormen naar harde lijnen, van minimalisme naar drukker beelden, zo lang het maar logisch aanvoelt. Dat betekent ook dat je goed na moet denken over wat je met ieder beeld wil vertellen. Welk deel van het ‘verhaal’ vertelt het beeld en voegt het wel wat toe aan andere beelden of ben je met meerdere beelden hetzelfde aan het vertellen? Ieder beeld heeft zijn eigen plek, volgt (gevoelsmatig) logisch op het vorige en is een opmaat naar het volgende beeld.
#8: vergeet de ’tussenbeelden’ niet
Als je begint met je project ben je nog heel erg bezig met je fascinatie. Dat zijn vaak de mooie beelden waar je misschien al heel veel van hebt en die ook zo geweldig zijn om te maken. Eenmaal met je project bezig kom je al snel op andere prachtige beelden. Zo ben je geneigd om van hoogtepunt naar hoogtepunt te werken. Die zijn het gaafste om te maken en haal je het meeste voldoening uit. Echter, als je die logische lijn volgt kan het best zijn dat de stappen te groot zijn. Van een spectaculaire zonsondergang naar een adembenemende Melkweg is een grote stap, daartussen zou je voor het ‘verhaal’ nog een extra beeld willen hebben, zoals één tijdens het blauwe uurtje. Deze ’tussenbeelden’ worden vaak vergeten. Ondanks de logische lijn (de nacht volgt nou eenmaal na de zonsondergang) kan het toch zijn dat de kijker kleinere stapjes wil zien om echt een verhaal te maken. Ook met thema’s heb je dat, werk je van harde lijnen naar organisch dan moet ieder stapje ongeveer even groot zijn. Het is de hele lijn aan werken van Mondriaan die de serie zo mooi maakt: tussen de rode boom en de bloeiende appelboom hoort echt de grijze boom om de overgang van figuratief naar abstract goed te begrijpen.
#9: stick to the plan!
Oei, dat klinkt heftig. Mag je dan helemaal niets anders meer? Tuurlijk wel! Je moet ook echt heerlijk experimenteren en afwijken van al je plannen. Zo lang je je plannen maar wel voor ogen houdt. Stip op de horizon en stel je bij iedere foto, ieder experiment en iedere keer dat je op pad gaat voor je project wel de vraag of het je een stap dichterbij die stip brengt. Ik ben er oprecht van overtuigd dat je een project alleen echt tot een goed einde kan brengen als je ook echt het plan voor ogen houdt. Laat je niet afleiden, niet je kop laten hangen als het even tegenzit, niet alles door elkaar doen maar focus! (niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk). Je hebt je plannen gemaakt, je storyboard, durf jezelf te vertrouwen door gewoon die plannen ook echt uit te voeren. Ga gewoon tot het gaatje: stick to the plan!
#10: kill your darlings
De tip waarvan je wist dat die zou komen maar waarvan je hoopte dat ik hem zou vergeten. Je fascinatie is ergens begonnen en vaak heb je daarvan ook diverse prachtige beelden. In mijn geval: goud gele ochtendbeelden van kievitsbloemen bij zonsopkomst. En nog steeds, als het moment zich voordoet maak ik ze weer. Echter… als je er één hebt in de serie is dat genoeg. Het voegt voor het verhaal niets toe als ik 5 gouden ochtendfoto’s laat zien. Sterker nog, de kijker wordt er zat van. Je zal dus bij iedere foto aan het eind je af moeten vragen: moet deze wel in de serie? Wat voegt het toe? Wat is het stuk verhaal dat dit beeld vertelt en wat niet door andere beelden wordt verteld? En dan als laatste moet je je beseffen, een serie bestaat niet uit je 15 beste foto’s. Het kan heel goed zijn dat de mooiste foto’s nooit in je eindresultaat komen omdat ze misschien wel té mooi zijn en daardoor afleiden van de andere foto’s òf dat ze gewoonweg niets toevoegen. Durf je darlings te killen. Hang ze desnoods aan de muur!
Zo, dit waren mijn 10 tips. Als ik ook mee begonnen met is dit zeker niet compleet en je moet het maar zien als een algemene leidraad. Maar probeer het gewoon, je zal zien dat het je echt een stap voorwaarts gaat brengen in je eigen fotografie.
Heel veel succes!
Johan
Hans Collens zegt
Hallo Johan, goed geschreven en uitleg. Nuttige tips die je een andere kijk geeft om te fotograferen.
Mvg Hans
Johan van der Wielen zegt
dank je wel en veel succes!