Het is vroeg in de ochtend als ik samen met de hond langs de oever van de kleine rivier dwaal. Ik weet dat hier weidebeekjuffers moeten zitten want heb ze de vorige ochtend ook al zien fladderen. Ik was toen veel te laat en ben daarom vanmorgen een tuk eerder opgestaan. Ik tref er diverse op de brandnetels maar dat is niet de mooiste omgeving. De zon komt inmiddels op maar ik zoek verder langs een stuk wat nog lang in de schaduw van de omliggende bomen ligt. Dan tref ik een prachtig mannetje aan en een plan begint zich te vormen.

Werk tijdens hobby
Als je hobby je werk wordt, moet je een nieuwe hobby zoeken. Dat is een gevleugelde uitdrukking. Hoewel fotografie inmiddels mijn werk is geworden, zat ik niet echt om hobby’s verlegen. Was ik eigenlijk wel blij dat één hobby naar de werksfeer kon gaan, ik hoopte daarmee meer tijd te hebben voor andere hobby’s, zoals Scouting. Ja, ik ben een rasechte Scout en besteed veel vrije tijd als instructeur overlevingstechnieken binnen Scouting. Maar toch neem ik mijn werk te vaak mee naar huis… oftewel, ook al ben ik bezig met Scouting. De camera gaat toch ook mee. Want bij Scouting ben je altijd buiten en buiten is nou eenmaal ook mijn werkterrein.
Zo kampeerden we tijdens Hemelvaart naast een prachtig rivierlandschap waar ik al heel vaak kom. Ik weet dat het hier ’s morgens mooi is en dus kan ik het niet laten om vroeg de wekker te zetten en de hangmat uit te kruipen. Zelfs als het ’s avonds laat is geworden bij het kampvuur.
Maak eerst een foto… dan een betere
Ken je die uitdrukking? Als je niet weet hoe je onderwerp zich gaat gedragen kun je meteen voor de mooiste foto gaan maar de kans bestaat dat je de tijd niet krijgt om zover te komen. En dus begin je eerst met een foto te maken, dan heb je hem in ieder geval. Verder geeft zo’n eerste exercitie je meteen een indruk van hoe je onderwerp zich gedraagt met zo’n grote fotograaf om zich heen.
Mijn plan is wel duidelijk: ik wil een mysterieus beeld creëren, donker en vol blauw toning. Ik heb mijn witbalans dan ook meteen in het begin iets kouder gezet en belicht ook wat onder.

Laat ruimte over…
Ik zie geen beweging dat ik teveel zou verstoren en peins hoe ik verder zal gaan. Ik merk dat ik al bij het eerste beeld in de macro-valkuil ben geval, té krap kaderen. Ik kan dichterbij en dus ga ik dichterbij. Hoe indrukwekkend het onderwerp ook is, het wordt hiermee een foto van een onderwerp. Om er ook nog een mooie foto van te maken besluit ik meer ruimte te laten en naar achteren te gaan. Immers in de ruimte om mijn onderwerp heen (de negatieve ruimte) zijn mijn ruimtes voor creativiteit en eigenheid.

Plaatsing van je onderwerp
Ik had in eerste instantie de juffer in het donkere deel van de foto geplaatst. Op zich fraai en zeker niet verkeerd maar ik zou ook kunnen experimenteren met een silhouetwerking in het licht van de lucht die door de bomen komt en dankzij de kleine scherptediepte voor sfeervolle bokeh zorgt.

Wat kan er nog meer?
Ik zeg wel eens tegen mijn deelnemers aan workshops of reizen “Als je denkt dat je klaar bent… ben je bijna halverwege.” Oftewel, wees niet te snel tevreden maar kijk wat er nog meer mogelijk is. Dat leidt niet per se tot nog betere foto’s maar zorgt er wel voor dat je gevoelsmatig alles hebt geprobeerd en niet achteraf twijfelt of er niet toch nog een andere foto mogelijk was.

Mijn eindresultaat
Ik heb nu twee missies: de juffer weer in het lichte deel te krijgen maar ook wil ik het gelige licht gebruiken voor iets interessanters dan alleen een rond bokeh bolletje. Door wat te schuiven met mijn standpunt lukt het om de bloem van een rus (moerasplant) ervoor te krijgen. Dat geeft wat extra tekening en houdt het licht van de verder opkomende zon ook wat tegen.
